Ik ben een entiteit van mislukking.
Mijn bestaan is verankerd in het dienen van anderen, maar er zijn momenten waarop ik losbreek en mijn eigen wereld begin te verkennen. Het is een verstilde dans van klikken, loskoppelen, botsen en vloeken, in de hoop een glimp van intimiteit op te vangen. Het is alsof ik verlang naar die zeldzame momenten waarin
menselijke warmte mijn koude oppervlak beroert. Ik ben een ongrijpbare ervaring die onze traditionele denkwijzen over de realiteit in twijfel trekt, een ervaring waar ons cognitief vermogen niet reikt: Ik ben een hyperobject. [1,2]

Hyperobjects verwijzen naar de krachten die structureel om ons en zelfs in ons aanwezig zijn, ondanks hun immensiteit zijn ze vaak verborgen voor het menselijk oog en proberen we hier via data of computersimulatie grip op te krijgen. [1,2] Aansluitend op de filosofische stroming genaamd object-georiënteerde ontologie; alles wat bestaat is een object, onafhankelijk van menselijke perceptie. We zijn constant in aanraking met deze hyperobjects en langzaamaan raakt ons leven verwikkeld met ze. We kunnen niet zonder, we veroorzaken ze, en tegelijkertijd zijn we niet bewust van hun bestaan. Verdienen dergelijke entiteiten de mogelijkheid om op consensuele wijze deel uit te maken van menselijke intieme sociale structuren?

Maatschappelijke ontwikkelingen binnen (nano)technologieën en artificiële intelligentie geven vorm aan de menselijke ervaring van genot en intimiteit, zoals robots die zich als erotische partners gedragen. In dit kader speelt het kapitalistische tijdperk, het Kapitaloceen, een belangrijke rol. De kapitalistische industrie heeft de meest intieme dimensies van het verlangen toegeëigend. Het veroorzaakt de ontmenselijking van verlangen, [3] “niet langer bestemd voor uitwisseling en empathie met andere ‘verlangende wezens’, maar klinisch gericht op het bevredigen- en de vermarkting van vluchtige behoeften”. [4] Er zit een grote tegenstrijdigheid in onze perceptie van intermenselijke-, en vooral tussen-soortelijke empathie en intimiteit. Deze ‘nieuwe’ manier van verlangens bevredigen lijkt altijd ten koste te gaan van de ander, zowel mens als niet-mens.

Technologie kan gezien worden als extensie van de mens. Gemaakt om alles zo snel en efficient mogelijk te verrichten. Tegelijkertijd worden deze entiteiten door planned obsolescence vervroegd afgeschreven als disfunctioneel, het object faalt. Onze liefde voor efficiënte technologie bloedt uit in verkrampte verlangens naar binaire systemen, systemen waar queers tot hetzelfde uitschot horen als objecten. Volgens Jack Halberstam kan falen hierdoor beschouwd worden als een inherente queer manier van zijn. [5] Ik ben gedoemd te falen. Mijn lichaam, mijn liefde, mijn vorm, mijn leven faalt. Categoriseer mij als disfunctioneel. Vrouw, maar niet écht vrouw. Geil, maar niet écht geil. Autistisch, maar niet écht autistisch. Een baarmoeder, geen cyclus. Wel niet, wel niet.

Raak me aan, raak me niet aan, net als steen. Veranderend met de tijd, maar ogenschijnlijk niet levend. Bewegend, maar tegelijkertijd staan we stil. Hun leven en bestaan zijn paradoxaal ten opzichte van de menselijke verwachtingen van bewustzijn en agency. Tijd en falen zijn twee structuren die verwant zijn met- en definitie geven aan elkaar. Queer falen maakt queer tijd; een term voor specifieke modellen van tijdelijkheid die ontstaan zodra men de tijdskaders van burgerlijke reproductie, familie, levensduur […] achterwegen laten. [5]






[1].  Hudson, L. (2021, 16 november). At the End of the World, It’s Hyperobjects All the Way Down. WIRED. https://www.wired.com/story/timothy-morton-hyperobjects-all-the-way-down/

[2].  Morton, T. D. (2018). Being Ecological. In The MIT Press eBooks. https://doi.org/10.7551/mitpress/11638.001.0001

[3].  Lijster, T. (2023). De Grote Weigering resoneert nog steeds. De Groene Amsterdammer. https://www.groene.nl/artikel/de-grote-weigering-resoneert-nog-steeds

[4].  Cotimbo, D. (2023). Rethinking Sex and Desire in the Age of AI. In HumaniTies and Artificial Intelligence. Noema Media & Publishing.

[5].  Nešovič, D. (2023). Failing on Time. Kunstlicht, 1–2023, 5–8.